Machtig Borneo: orangutangs, beren & wilde ollies
Door: patricia de groot
Blijf op de hoogte en volg Patricia
03 Juni 2017 | Maleisië, Kota Kinabalu
Na een laatste twee mooie, dierbare weken in Kathmandu waarin er nog veel is gebeurt (cursus week mandela schilderen in Kirtipur bij een locale familie, de hike van Bhaktapur naar Nagarkot met Jennifer, Esther en Morning die drie uur langer duurde dan de bedoeling was, Nepalees oud en nieuw 2074 vieren, hereniging met Ama in Pepsi Cola waarbij er nog een aantal nachten logeerpartijtjes uitvoort kwamen en de machte mooie feestende en knallende afsluiting; de bruiloft van Maud en Sanju waarbij wij drie dagen onder de pannen zijn geweest.Tientallen en tientallen vrienden, oud vrijwilligers en familieleden kwamen over voor het huwelijk waarbij Sanju zijn geboorte dorp Chobar gehuld ging in een zee van prachtig gekleurde en gekleede aanwezigen in Sari. Zucht, wat een groot feest en vooral ook verkleedpartij. Na bijna vijf maanden was het 'afscheid' nemen even slikken maar goed, je weet dat die tijd komt en je weet dat hoe meer je je aan mensen hecht hoe lastiger het kan zijn. Na een laatste nacht in pepsi cola liet ik een huilende ama achter en brachten Jennifer en Esther mij naar de luchthaven. Zo lief!
Na bijna 1 1/2 uur vertraging begonnen de propellers te starten en denderden de wielen van het massale voertuig over de baan heen totdat deze niet meer de grond raakten. In een luttele seconde vlogen we boven Kathmandu's wijk pepsi cola. Ik kon ama en de meiden bijwijze van zien zwaaien. Zoals INSPIREnepal haar slogan luid: unforgettable moments! Een dikke Dhanyabat to Maud, Sanju en alle andere lieve vrijwilligers en vrienden! Na een chille vlucht van zes uur (het vliegtuig was half leeg, ik zat op de eerste rij met super veel beenruimte en had de hele rij voor mijzelf), kwamen de eerste lichtpuntjes in het donker te voorschijn. De eilanden van het schiereiland Maleisië waren duidelijk aanwezig. Een dikke donderstorm in de verte verlichtte de lucht paars met wit in de donkere, heldere nacht. Apart als je boven de donderwolken vliegt.
Kuala Lumpur
Na een korte landing landde we ruim twee uur later dan gepland in Kuala Lumpur (KL). Eenmaal door de douane was het alweer na negenen en werd de reis verder gestaakt doordat onze tassen niet waren meegekomen. Deze stonden nog vrolijk in Kathmandu te wachten op hun ritje naar KL. Na een stop bij het kantoor van de airline duurde het bijna anderhalf uur voordat er een rapport was opgesteld. Gelukkig had ik deze keer wel een hostel geboekt omdat ik laat in de avond zou aankomen. Ik vond het niet zo heel erg, scheelde weer een eind 12 kilo minder sjouwen. De volgende avond zijn de tassen keurig bezorgd. Het enige wat ik mij nog kon herinneren van KL was China town en had daar dan ook maar een hostel geboekt. Na een busticket te hebben geboekt reed de bus van 22.30 uur net weg en moest ik wachten op de laatste bus van 23.30 uur. Ondertussen was ik in contact gekomen met Anna, een Duitse meid, die ook richting China town ging. In de bus kregen we het idee om samen naar Pula Tiomaan te gaan. Een tropisch eiland aan de oostkust van Maleisië. Contacten uitgewisseld en na een busrit van een uur (airport licht op 65 km buiten de stad) stapten we uit en gingen we onze eigen weg.
Om 00.45 uur stapte ik eindelijk het hostel binnen. Ik was moe en het enige wat ik wilde was slapen. Het eerste wat de jongen achter de receptie zei was: give me your money, 20 ringit. Dit had ik niet. Nepalese ruppies accepteren ze niet in Maleisië en is dus niets waard. Gelukkig had ik nog 20 euro als deposit wat ik kon geven. Geldwolfen. Zo ontzettend op geld gericht. Bah. Aan het einde van de week had ik niet voor 12 uur betaald. Kreeg ik briefjes van de schoonmaakster of ik naar de receptie wilde komen. Vijf minuten later stond er een gast van de receptie voor mijn deur of ik even nu wilde betalen. Wat ik niet had opgemerkt is dat er een jongen bij de receptie zat die mij het geld die nacht wel wilde lenen. Ik had alleen maar oog voor mijn bedje.
De volgende ochtend aan het einde van de ochtend werd ik wakker. Een drukkende warmte en een kabaal van verkeer en mensen op straat overdonderde mij best wel. Van het koudere, stoffige Kathmandu waar zo goed als niets op orde is en alles in chaos toch reilt en zeilt, was ik in een keer terecht gekomen in een moderne, rijke, geordende stad met mensen die Engels spreken en super goede begaanbare wegen waar de OV prompt op tijdstip rijdt en waar er bushaltes zijn. Ik merkte al wel dat ik de tijd nodig had om te acclimatieseren. Ik wilde niet op pad maar wilde ook niet in het donkerehol op mijn bed blijven liggen. Na mijzelf seen schop onder de kont te hebben gegeven ben ik in de metro en trein gestapt om wederom de Batu caves te bezoeken en een bezoekje te brengen aan de prachtige architectuur van de beroemde Petronas towers. Later op de avond terug in China town raakte ik aan de praat met een Engelse gast en zouden we 2 uur later afspreken in de Reggea bar om een drankje te doen. Zo ontmoet je mensen op zoveel manieren. Blijft elke dag weer een verassing wie je waar en hoe ontmoet.
China town, een wijkje in hartje KL is een wijkje met allemaal shops aan de straat waar voornamelijk eten en drinken wordt verkocht. Onderweg naar de Reggae bar liep ik de lange straat van het hostel uit. Halverwege de straat hoorde ik een mannenstem vragen vragen of mijn tas was aangekomen. Verbaasd keek ik om en vroeg hoe hij dat wist. Bleek dat de jongen, Odey, te zijn die mij de nacht daarvoor wilde helpen toen ik de jongen achter de receptie geen 20 ringit kon geven! Opeens had ik geen zin meer om naar de Reggae bar te gaan. Odey en Raymon, de shopowner en een vriend waar hij dagelijks even bij zit, waren zo'n leuk gezeldschap. Er was gewoon een enorme klik. Blijft gek hoe dat bij de ene peroon niet is en bij de ander juist heel sterk. Eenmaal bij de bar aangekomen vond ik het niet bepaald erg dat onze afspraak niet doorging. Een week lang heb ik bij Raymon en Odey gezeten op straat, aan de weg mensen kijken, zoveel lachen, zingen, lol maken. De stad vind ik maar niks maar deze mensen maakten het geweldig voor mij. De wandelingen met Odey naar de prachtig verlichtte Petronas towers en zijn achtergelegen park maakten de avonden nog een beetje exciting. Na een week had ik mijzelf er eindelijk weer toegezet om verder te gaan ook al wilde ik helemaal niet bij Odey en Raymon weg. Na Anna een berichtje te hebben gestuurd dat ik toch niet naar Tiomaan zou gaan zat ik nog geen twee dagen later in het vliegtuig naar Kota Kinabalu, Sabah, Maleisisch Borneo!
Kota Kinabalu, Sabah, Borneo
Ook na een verlate vlucht van anderhalf uur van Air Asia denderden de wielen van het vliegtuig over de korte landingsbaan van de internationale luchthaven Kota Kinabalu. De grootste stad en tevens de hoofdstad van de Maleisische staat Sabah gelegen op het derde grootste eiland van de wereld: Borneo. Borneo, ook wel de amazone genoemd van Azie, bevat een van de oudste oerwouden ter wereld. Het eiland bestaat uit drie landen: de staten Sabah en Sarawak (Maleisië), Brunei, een zelfstandig rijk landje. Het grootste deel van het eiland beslaat Kalimantan. Dit stuk land waar de evenaar doorheen huppeld hoort bij Indonesie. Ten noorden van Sulawesie en ten noordwesten van de filippijnen had ik het gevoel dat ik deze kon aanraken. Er gaan gewoon veerboten heen! Aangezien ik tijdens mijn vorige reis het vaste land van Maleisiëhad gedaan wilde ik nu de eilanden doen niet wetend dat ik op twee en een half uur vliegen vanaf KL zou uitkomen in een pracht groen paradijs op aarde. Wederom was het alweer laat en donker toen ik aankwam. Na wat stempels in mijn paspoort en mijn backpack snel te hebben gevonden zat ik een half uur later in de bus naar het centrum van Kota Kinabalu (KK). Accommodatie was snel gevonden en een nieuwe dag brak snel aan. KK is een gezellig bruisend stadje gelegen aan de noordwest kust van Borneo. Vismarkten, vleesmarkten, fruitmarkten alles is aan het water te vinden. De vele shoppingmalls met air conditioning waren dagelijks een uitkomst om even aan de drukkende hitte te ontsnappen. Oef, jeetje, wat een aparte hitte. Zo ontzettend dicht bij de evenaar, zo'n andere warmte. Ben nu een week verder hier maar mijn lichaam kan er maar niet aan wennen. Ik voel mij elke dag alsof ik koorts heb. Het lichaam is vanbinnen helemaal overkookt. Voor de kust van KK liggen een aantal pareltjes van kleine eilandjes waar je voor een dagje heen kunt om van de heldere zee te genieten en van het witte strand en de onderwater wereld. Vele island-hop-exspressen brengen dagelijks honderden gasten in een noodtime naar een van de pareltjes. Met een mega kokosnoot zittend op het overvolle strand tussen massas chinezen die een één of andere excursie hadden was de rust ver te zoeken. Contant werd je onthoofd door de paraplutjes die zij droegen boven hun hoofd. En een herrie! Geen wonder dat er bijna geen vis te bekennen was toen ik met mijn duikbril en snorkel onderwater ging. Het was nou niet bepaald een rustig dagje maar het pareltje met zijn kokosnoten maakten alles goed.
Kudat
Ik had mij totaal nog niet verdiept in wat er allemaal te doen is. Alleen Sabah is al groter dan Nederland. Genoeg te zien is er zeker. Mackensie, een van mijn roomies, nodigde mij uit om mee te gaan kamperen vlakbij Kudat. Kudat ook wel de "Tip van Borneo" genoemd is het meest noordelijke gedeelte van Borneo. Uuuhhh, hoor ik daar kamperen? Jaaaaa, ik wil! De volgende ochtend voltrokken we onze reis in een vier uur durende busreis van KK naar Kudat met alleen onze dagrugzak. Bij het eindstation werden we opgehaald door een vriend van de camping eigenaar. Dit was heel fijn aangezien er deze rit van 35 KM geen bussen rijden. Eenmaal aangekomen en uitgestapt konden we onze ogen niet geloven. Met een gil van vreugde vlogen we elkaar om de hals. Zoooooo mooi! Robby en zijn familie (zulke lieve mensen) runnen een camping aan een helder bounty strand genaamd "Secret place camping en cafe". Zeker een secret plekje, ik had het nooit gevonden zo ver out of town. Dat het een beetje begon te regenen was niet erg. Gelijk de zee ingedoken. Heerlijk is dat toch, zwemmen in zee terwijl het regent. Later op de middag besloten Mackansie en ik om naar de tip van Borneo te wandelen. Dit moet je natuurlijk wel gezien hebben als je hier dan toch bent. Robby bracht ons in de auto naar de junction waar de weg splitte en wij onze weg ter voet vervolgden. Ik snap nu wel waarom mensen liften op dit stuk. Wat een eind nog zeg. Het is normaal en veilig dat je bij een local in de auto stapt die ook die richting opgaat. Natuurlijk kwamen er haast geen auto's voorbij of zaten ze al vol. De lange weg vol met bananenbomen, en rubberbomen roken fris en het groene blonk vers en fris in de kei kei keiharde regen die op ons neerstortte. Schuilend onder een van de vele kerkdaken met mijn sandalen in de hand, sportbroekje en regenjas aan hield de regen maar aan. En niet zo maar een beetje. Na een klein uurtje gewacht te hebben hield de regen niet op en kregen we uiteindelijk een lift van de politie achter in hun grote bak. Na de laatste 200 meter gelopen te hebben stonden we dan eindelijk op het uiterste punt van het eiland. Hoera! De harde, heerlijke verkoelde wind en regen maakte mijn lichaam weer afkoelen van binnen. Heerlijk, even een dagje Nederlands weer keer 10. De zee veranderde van blauw naar grijs, de regendruppels sloegen gaten in het zeewater. Heerlijk, zo'n ministorm aan zee. Op de weg terug hebben we voor het grootste deel een lift naar beneden gehad waarbij het laaste stuk mijn blote voetzolen blij waren om over het natte, glinsterende nieuw uitziende asfalt te wandelen. Eenmaal terug in het pikkedonker had de familie onze tassen en tent verhuisd naar het cafe binnen voordat deze zou wegdrijven. Mijn ogen konden de volgende morgen de werkelijkheid niet geloven. De tent hadden we niet dichtgeritst. Zo gauw ik mijn ogen opende zag ik ijsblauw helder water door de bamboo paaltjes heen voor de tent komen. Dank je wel heftige regenbui van de vorige dag! Nog een paar heerlijke uurtjes gedobbert in het warme zee water voordat onze busrit weer terug begon naar KK.Dank je voor je uitnodiging Mackansie!
Kota Kinabalu Nationalpark
Fantastisch, geweldig, wat een wereldvrouw! Een van mijn roomies in het hostel is een 78 jarig Japanese vrouw. Fit, vitaal, sterk, energiek en is zo'n zes maanden per jaar op reis in haar eentje. Haar motto "everyday holiday!" Na 45 jaar haar eigen guesthouse te hebben gerund in een stadje vlakbij Tokyo vond ze het wel mooi geweest. Met een vriendelijke glimlach, een paar woorden engels en vooral gesprekken in het Japans willen voeren was ik opslag verliefd op haar. Ze doet elke dag aan yoga en ziet er uit als een 55 jarige. De donderdag was ik van plan om een dag te gaan hiken in het Kinabalu nationalpark. Een vergunning om Mount Kinabalu, de hoogste berg van azie met ruim 4000 m hoogte, te beklimmen kon ik helaas op zo'n korte termijn niet meer verkrijgen. Het antwoord op mijn vraag aan het Japanese vrouwtje of zij met mij mee wilde was duidelijk. Haar ogen werden groot en die schat begon gelijk haar dagrugzak te pakken. De volgende ochtend bracht de bus richting Ranau ons binnen twee uur naar de enterance van het park. Het was erg, erg bewolkt en Mount Kinabalu was in de wolken. Alleen het topje was zichtbaar. Hieraan kon je al zien hoe groot, machtig en imposant deze wonderbaarlijke berg is. Mevrouw barste van de humor, had meer energie dan ik had, liep steevast voor op, nam het voortouw en wist niet van ophouden. Van de ene in de andere trail. Van boven naar beneden. Ze had beter aan mij kunnen vragen hoe het ging ipv andersom. Haha. En wat ze allemaal bij zich had in haar tasje. Van lekkere koekjes tot aan thermometers. Een fijn dagje hiken door het groene bos deed ons goed. Schone lucht en beweging. Tijdens het wachten op de bus op de terug weg sprong mevrouw letterlijk op de weg voor elke bus en sprak ze met moeite uit "Kota Kinabalu?". Terugrijdend door het magische wereldje van Borneo begon het te regen, steeds harder. Eenmaal terug in KK hield dit ook niet weer op. In haar tas zat een klein gasstelletje met pannetje. Een heerlijke noodlesoep met ei en verse groente bereidde het vrouwtje voor mij zodat ik niet door de regen naar buiten hoefde om ergens te gaan avondeten. Lief he!? Dit vind ik nou echt een super stoer voorbeeld dat leeftijd geen donder zegt. En ze moedige iedereen aan om door te blijven gaan met reizen en de wereld te ontdekken. Wereldwijf.
Sandakan en Sepilok
Ik weet niet wat het is, nouja, eigenlijk weet ik het wel, het weer. Ik kan er gewoon nogsteeds niet aan wennen. Ik zit er regelmatig aan te denken om terug te vliegen naar KL maar niet voordat ik de orangutans wild in de jungel heb gezien. Het plan om de hele dag in de kamer te blijven met AC aan, wasje te doen, uit te zoeken waar heen te gaan op Sabah werd verstoord door de mededeling dat alle bedden waren volgeboekt voor de nacht. Na van kamer te zijn verwisseld naar een prive kamer besloot ik toch te informeren na de bustijden richting Sandakan, het oosten van Sabah. Een soort van hals over de kop besloot ik als nog te gaan ipv nog een dag in KK te blijven waar ik al veel langer was dan 'gepland'. Met mijn net opgehangen natte was in een plasticzak in de hand, tassen op de rug zocht ik in de brandende zon de bus naar Inmanan vanwaar er een touringcar naar de andere kant van Sabah zou vertekken. De comfortabele minibusjes rijdens regelmatig alleen vertrekken ze pas als ze vol zitten. Zo ook nu duurde het 30 minuten voordat het busje richting de noordelijke busterminal vertrok. Op de bonnefooi heen bleek de bus nog bijna leeg te zijn en vulde zich algaande weg. Wat een mega grote, luxe, comfortabele touringcar. Voelde mij net een koningin. 7 uur later reed de bus de tweede grootstestad van Sabah binnen: Sandakan. Net als Kota Kinabalu ligt ook deze stad aan het water. Ik had het al snel gezien. Op een culturele heritage trail na is er echt helemaal niks te doen in de stad. In Sandakan backpackers hostel werken echt super leuke mensen die voor mij op het laatste moment heel erg hun best deden om een tour te boeken voor twee dagen later. Een 3-daagse rivier cruise over de 560km lange kinabantagan rivier welke de tweede langste rivier van Sabah is. Toeristen en locals varen met hun grote speedboten over de rivier om wildlife te spotten. In dit ruim 75000 hectare beschermde regenwoud wonen wilde olifanten, zes soorten apen waaronder de phrospost monkey die alleen op Borneo en Sumtra woont, tig soorten enorme kleurrijke vogels en weet ik wat nog meer allemaal. Ook de orangutan (ook wel de naam 'Men of the jungel' genoemd) vind zijn habitat hier. Een nacht Sandakan was meer dan genoeg. De volgende middag vertrok ik met Holly, die in dezelfde dorm sliep, richting Sepilok. We waanden ons de jungel in en hadden blijkbaar bij hetzelfde resort een bed geboekt. 'Sepilok Eco Loge'. Woooooww, wat voelden wij ons rijk toen wij daar aankwamen. Prachtige gelegen ver weg van alle hectiek in de wereld midden in de natuur. Een babypool waarin je lekker kon afkoelen, heerlijk eten, gezellig personeel, hiking trails, herten met enorme geweien die rondsprongen van blijheid en vrijheid. Zo gemoeddelijk. Ik deelde een prachtige kamer met nog drie anderen. We hadden een eigen badkamer met heet water en een handoek. Nou, echt, geloof mij, dit is voor veel mensen vanzelfsprekend dat weet ik, maar voor ons als backpackers was dit echt superdeluxe! Met bijna alle mensen uit het resort zijn we de volgende dag naar het orangutan rehabilitatie centrum gelopen. Wat een bijzondere aapsoort! De eerste glimp van een enorme, harige en lenige orangutan zoefde al snel voorbij. Tak naar tak, boom naar boom. Wat was dát ontroerend mooi. Gevonden gewonde en zieke orangs worden naar dit centrum gebracht waar ze met zoveel liefde en aandacht worden verzorgt door de medewerkers. Ze leren weer klimmen, stimuleren om zelf te overleven door hun eigen eten te zoeken en hun eigen nesten te bouwen. Als de orangs sterk genoeg zijn worden ze weer vrijgelaten in het enorme enorme enorme regenwoud op Sabah. Ze zijn zo fluffy dat je ze zo graag zou willen knuffelen. En als je dan ziet dat deze dieren de verzorgers gewoon knuffelen en zoveel liefde terug geven zou je echt een traantje willen wegpikken. Na de voedertijd zijn we naar de 'Sun bear sanctuary' gelopen waar we de kleinste beren ter wereld hebben zien klimmen. Ook voor hen geldt zijn ze weer sterk en gezond worden ze weer vrijgelaten. Its just amazing.
Om half 12.30 uur liet ik mijn nieuwe groep vrienden achter in de lodge en werd ik opgehaald door Asian Green Travells. Om de riviercruise te doen moet je een tour boeken. Ik moet zeggen; heerlijk dat alles tot in de puntjes geregeld was! Zo'n twee uur later kwam ik met nog zes anderen aan in een prachtige lodge aan de Kinabatangan rivier. Ook hier was alles van hout gemaakt en stond het aan de rand van de jungel. Na weer een prachtige kamer met zijn vieren te delen, een lekkere snack te hebben gehad (de chef zijn kookkunsten zijn fantastisch) was het tijd voor onze eerste twee uur op het water. Het blijft wildlife, jungel, regenwoud welke net zo onvoorspelbaar zijn als het weer. Met oranje zwemvesten aan en een veel te luide motor stonden al onze zintuigen op scherp. En wat haddden wij een geluk!!! Toekans, probiscis apen, longtail apen, apen met een hanekam en en en en.... een hele kudde wilde olifanten! Volgens de gids zagen we er 15 maar verscholen zich achter de bomen nog veel meer. De olie's slingerden rond met hun toeters en aten rustig hun eten op. Het kon ze niet veel schelen. De Probiscis apen zijn een andere bijzondere diersoort. Ze hebben echt enorme toeters van neuzen. Ze worden ook wel 'Dutch Monkey's ' genoemd omdat ze de kleur oranje hebben. Nouja, vrouwen zijn oranje en de mannen zijn zilverkleurig. Deze aapsoort leven in een 'harem groep' waarbij de vrouwtjes gemiddeld 15 jaar lang elk jaar één baby baren of de aapsoort leeft in de 'bachelor groep' waarbij ze niks van elkaar moeten weten. Bijzondere, opvallende verschijnselen. Soms waren ze te zien bij onze lodge. Het woord verspreidde zich dan snel zodat iedereen ze vervolgens kon bewonderen. Na een heerlijk maaltijd ging de avond jungel walk niet door omdat de wilde olifanten te dicht bij de lodge waren. De volgende dag en de dag daarna zat iedereen fris, fruitig en nieuwschierig om 6.00 uur in de boot voor de ochtend cruise. Door de nevel en wegtrekkende, vochtige, witte damp klaarde de oevers van de Kinabatang langzaam op. De dieren hadden geen zin om te voorschijn te komen. Hier en daar zag je een orangutan nest en een slapende Adelaar hoog in de boom. Na de boottocht trokken we met zijn allen in onze sexy lompe beertje Pedington laarzen aan en maakten we ons op voor een jungeltrektocht. Niemand kon zich echt 100% concentreren op de wandeling. Dat je tot aan je enkels in de modder staat daar heb je je kaplaarzen voor maar dat je overal bloedzuigers zag die grillig vanaf hun groene bladen naar je buurman of jezelf uitreikte was echt zo niet chill. Behalve paddestoelen die uit olifantenpoep groeiden hebben we niet veel kunnen zien omdat de gids ons al vrij snel verzocht om om te keren en terug naar de boot te lopen. De voetsporen van de wilde olifanten werden hem iets te vers. Na een grondige check op bloedzuigers moesten er her en der wat verwijderd worden bij een aantal mensen.Wat een zuignappen hebben die krengen. Deze moet je hebben aan je keukentegels om je handoeken op te hangen. Nauwelijks af te krijgen en ze kruipen gewoon over al in tot in je onderbroek aan toe ook al denk je je goed hermetisch afgesloten te hebben. Later op de middag schrok ik half wakker vanuit mijn hangmat en hoorde bekende stemmen. Verassing! Mijn vrienden uit Sepilok hadden dezelfde tour geboekt bij dezelfde agency. Dit gaf ons de gelegenheid om nog anderhalve dag met elkaar op te trekken. Na een laatste cruise over de rivier en een laatste ontbijt was het tijd om weer te vertrekken. De chauffeur van de lodge bracht ons in twee uurtjes rijden weer terug in Sandakan. Ik had met Odey afgesproken om met hem naar Langkawi te gaan, een eiland ten noorden van Maleisië tegen de Thaise grens. Mijn avontuur op Sabah zit er weer op. Prachtige stranden, indrukwekkend wildlife en gigantische groene regenwouden maken Borneo zo bijzonder mooi. Een volgende keer komen Sarawak en Kalimantan aan de beurt. In het hostel waar ik eerder sliep in Sandakan boekte ik een vliegticket voor die middag terug naar Kuala lumpur, haalde ik mijn tas op, doofde ik de tijd met mijn vrienden vanuit de jungel in een eettentje aan de haven en zat ik zes uur later in het vliegtuig. De luchtvochtigheid ga ik niet missen. Nu zo na een kleine twee weken Sabah is mijn lichaam er nog niet aangewend. Het is net of ik elke dag koorts heb, lichaam oververhit is. Eten gaat nogsteeds moeilijk. Als ik morgen op tijd wakker ben neem ik gelijk de bus door naar Penang, het noorden van Maleisië. Penang ook wel de foodcapital of zuid oost Azie genoemd, brengt daar wel weer verandering in.
-
03 Juni 2017 - 16:33
Frouja:
Adembenemend verhaal. Wat heb je weer veel meegemaakt lieverd......
-
06 Juni 2017 - 13:45
Gerard:
Geweldig verslag; soms druipt de regen, het zweet, stof en modder van het papier . . . . Ook leuk dat je toch steeds weer mensen ontmoet om mee op te trekken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley