Offeringen, kleurenregen, beren & ziekenhuizen - Reisverslag uit Kathmandau, Nepal van Patricia Groot - WaarBenJij.nu Offeringen, kleurenregen, beren & ziekenhuizen - Reisverslag uit Kathmandau, Nepal van Patricia Groot - WaarBenJij.nu

Offeringen, kleurenregen, beren & ziekenhuizen

Door: patricia de groot

Blijf op de hoogte en volg Patricia

10 April 2017 | Nepal, Kathmandau

Buddah en drugs

Daar ging de wekker. Om vijf uur 's ochtends pakte ik mijn laatste spullen voor mijn trip naar Lumbini en Pokhara. De school was ruim twee weken dicht i.v.m de kou. Klaarwakker liep ik de deur uit. Ondanks de vroegte en de nog heldere sterrenhemel was Kathmandu al aardig ontwaakt. In ruim een half uur liep ik langs de ringroad naar het 'new busstation' waar ik om 6 uur moest zijn. Ik had de dag daarvoor al een busticket gekocht want voor een ruim 12 uur durende busrit is het toch erg fijn als je een plek hebt om te zitten. Toeristenbussen gaan er niet richting Bhairhawa en Lumbini wat dus betekende dat ik gezellig met een club Nepalezen en een geit in een niet al te grote bus zat opgepropt. Wonder boven wonder vertrok de bus ook echt om half 7. Met uiteindelijk een geit liggend op mijn voeten, een kind op mijn knie (die ze gewoon van heel zelfsprekend bij je neerplanten) en een oude vrouw naast mij die het fijn vond om constant met haar bijna gebitsloze tanden mij in de wangen te knijpen, ging de busreis aardig snel voorbij. Wat een verademing om in een plaatsjeuit te stappen waar het rustig is en, ondanks de stof dat blijf, de lucht een stuk schoner is. Lumbini, de geboorte plaats van Gautema Buddah. Een lange straat vol met guesthouses, hotels en heerlijk locale eettentjes bevind zich vlakbij de ingang van de 'sacred garden'. Na een aantal kamers in verschillende guesthouses te hebben gezien bleef ik hangen in Lumbini villiage lodge. Na twee keer een refill van een heerlijk bord Dhal Bat (begon ik dit gerecht toch na drie dagen te missen) heb ik heerlijk geslapen na deze lange dag.
Ik blijf toch een Nederlander: lekker fietsen! Whoehoe! Fris en fruitig stapte ik de volgende ochtend op de fiets . Een bijzonder fijn sfeertje hangt er in Lumbini. Het was te voelen dat dit een extra bijzondere plaats is. Na een paar minuten fietsen langs prachtige bomen die met zijn allen een lange tunnel vormden kwam ik aan bij de entrance. Fiets geparkeerd, ticket gekocht, schoenen uit en hup, de ' sacred garden' in. Echt een hele spirituele plek met zo'n hoge, zachte, energiegehalte. Kon merken dat het over iedereen een rust met zich mee bracht. Oude ruïnes, archeologische vonsten van stoepa's, schitterden buiten in de zon. Ook binnen in het witte gebouw dat omringd was met de Tibetaanse gebedsvlaggen, schitterde binnen van de oude ruïnes. Net zoals in de geboorte kerk in Bethlehem waar de 'Birth spot' van Jezus is gemarkeerd met een ster op de grond, is de exacte geboorte plaats van Buddah hier aangegeven met een hoge, cementenpaal waar mensen bidden en offers neerleggen. Om het gebouw heen is er een enorme tuin met hele oude, grote, imposante bomen. Het hele stuk land hangt vol met duizenden gebedsvlaggen die zacht wapperend van de zon en de rust aan het genieten zijn. Met moniken zittend onder de magische bomen en 'O mani padme om' chanten was het hele spirituele plaatje comleet. Het was net of er een magnetisch veld hing. Ik kon gewoon niet niet wegkomen van deze plek.Eenmaal weer de schoenen aan zocht ik al fietsend naar de volgende entrance gate. Een enorm stuk grond is volgebouwd met verschillende tempels uit verschillende Azieatische landen. Elke tempel was zo kenmerkend. Door de bouwstyle kon ik meteen zien van wel aziatisch land de tempel was. Zo was de Thaise tempel vanaf een afstand al herkenbaar omdat dit een replica was van de white tempel in Chiang Rai. Een heerlijke rustige, gemoedelijk dag werd verstoord later op de avond met een zeer zeer onprettige nieuwe ervaring.
In het guesthouse raakte ik aan de praat met een jongen uit Frankrijk. Na eten te hebben gehad zijn we met zijn gitaar boven op het dak gaan zitten om onder de koude heldere sterrenhemel te zingen en gitaar te spelen. Een Japanse familie vergezelde ons boven met nog meer muziek. Een dochter met haar gepensioneerde ouders was op reis en gezamelijk vormden zij een fantastisch gitaar trio. Opgeef moment nam ik een hapje van een rond koekje wat ik had aangeboden gekregen van de dochter. Rare smaak. Nog een heel klein hapje. Bah, dit was niet goed. Werd mij verteld dat er drugs in zat verwerkt. Niet zomaar drugs maar echt zwaar spul. Ik wist niet wat ik hoorde en baalde echt heel erg. Tot aan het avondeten had ik er niet meer aan gedacht. Echt compleet weer vergeten door al het gitaarspel. Om acht uur 's avonds hadden de Franse gast en ik onze bestelling opgenomen in een eettentje en zaten we geduldig te wachten. Opeens, uit het niets, voelde ik tintelingen opstijgen vanuit mijn tenen die zich langzaam door mijn hele lichaam omhoog een weg baande naar mijn hoofd. Het gevoel kwam als een donderslag bij heldere hemel en ik werd in een klap aan het ronde koekje herinnerd. Paniek steeg op. Terwijl mijn lichaam zich vol tintelingen en rare golven vulde, had ik mijn lichaam niet meer in de hand. Gelukkig bleef mijn geest wel helder en wist ik donderdag goed wat er gaande was. Niet in paniek raken was de eerste stap. Ik wist niet waar ik moest kijken of wat ik moest doen. De Franse jongen was zo stoned als maar kon. Hij probeerde mij gerust te stellen. Drugsgebruik was voor hem bijna dagelijkse kost. De tintelingenwaren zó heftig aanwezig dat ik het enige wilde was alleen zijn, in alle rust op bed liggen ook al wist ik dat ik niet zou kunnen slapen. Er zat niets anders op om alles over mij heen te laten komen en rustig te blijven om het gevoel niet te versterken. Terwijl hij grappen zat te maken dat hij het ronduit hilarisch vond dat dit juist gebeurde in de heilge geboorte plaats Lumbini, probeerde ik op te taan en terug te lopen. Op de een of andere manier had hij het voorelkaar gekregen om er een take a way order van te maken en deze te betalen. De afstand naar het guesthouse was kort maar ik kon nauwelijkslopen. Half klimmemd op zijn rug, een paar keer gestopt te zijn en op de weg te hebben gezeten lag ik eindelijk in bed. Ik begon patronen van golfen, tintelingen en extreme temperatuur verschillen te herkennen. Na elke vlaag hoopte ik dat het over zou zijn maar helaas begon het weer opnieuw. Twaalf uur lang heb ik zo op bed gelegen voordat het eindelijk echt ophield. Het engste vond ik dat ik voelde en hoorde hoe mijn hart zich ongelofelijk kapot werkte om mijn bloedcirculatie gaande te houden en de extreem temperatuurverschillen aan te gaan, dat ik mijn hart hoorde en voelde overslaan af en toe. Eenmaal over voelde ik mij prima. Alleen heel moe omdat ik de hele nacht niet had kunnen slapen. Wel was ik nog wat angstig of er nog 'na schokken' zouden komen. Gelukkig niks. De volgende ochtend begon de dag zoals gewoonlijks opzoek naar een ontbijt bij een van de local stands...


Pashupatinath en zijn openlucht crematies

De school was dicht vanwege een één of andere staking (alweer? alweer ja). Kijkend op tripadvisor kwam ik Pashupatinath tegen wat aan de andere kant van het vliegveld lag. Aardig dichtbij vanaf Pepsi Cola. De taxi reed over een weg wat volgens mij geen weg was. Eenmaal aangekomen is Deopatan (het dorpje) duurde het even voordat ik de entrance had gevonden. Pashupatinath is een Hindu tempel dat ligt aan de Bagmatie rivier. Deze rivier stroomt uiteindelijk over in de Ganges rivier in India. Net zoals de Ganges de heilige rivier is voor Hindu's in India is de Bagmatie rivier dat voor de Hindu's in Nepal.
Deze tempel is de meest heilige tempel voor Hindu's en is gewijd aan lord Shiva. Volgers van het Hinduisme komen hier om hun laatste weken van hun leven te spenderen, om de dood te ontmoeten en om vervolgens gecremeerd te worden op de riverbank van de rivier. Men gelooft dat als je je wast in de rivier, je dichterbij het hiernamaals staat. Ook al drijven het as, de stukken hout en soms nog stukken beenderen in de rivier, vrouwen blijven hun kleding er in wassen en mensen blijven hun voeten, handen en hoofden er in wassen.
Eenmaal de rivier gevonden rook ik een vreemde, weeige geur. Het rook niet heel lekker maar ook niet vies. Ik zag twee platteaus waar flink wat hout lag te branden en waar hooi op werd gegooid. Familie zat er niet meer. Zittend te staren naar de overkant van de rivier drong het langzaam tot mij door dat ik naar twee "left overs" van een openlucht crematie zat te kijken. Zo biazar. Het drong niet tot mij door. Na een rondje in de warme zon door het tempelcomplex te hebben gelopen nam ik een kijkje bij een ander deel van de rivier. Een lichaam lag op een brancard afgedekt met een oranje kleed, voeten op de rand nog net niet het water aanrakend. Intussen kwamen er nog 4 brancars binnengedragen gevolgd door familie waar de afscheids ceremonie zou begonnen van hun geliefde. Een oudere vrouw bezorgde mij echt kippenvel. Zo schrijnend om te zien. Haar gehuil ging echt door merg en been. Zo hard schreeuwen, om zich heen slaan, haar overleden zoon niet (letterlijk) kunnen loslaten dat mannen haar stevig moesten vasthouden. Hoe erg ik het ook vond ik was te geintrigeerd door alle rituelen en handelingen er om heen dat ik net zoals vele andere toeschouwers niet op kon staan en weg kon lopen. Wierook, bloemenkransen, bepaalde bewegingen, blessingen, kleurenpoeders en weet ik wat nog meer. Ik raakte gewoon gehypnoticeerd. Het wassen van het hoofd en de voeten in de rivier van de overledende vond ik iets minder prettig. Het hoofd en de voeten werden hierbij blootgelegd. Dit was de laatste stap voor de crematie. Een voor een werden de lichamen naar de andere kant van een brug over de rivier gedragen waarbij de familie er achter aan liep. Voordat het lichaam op een houtenstapel werd gelegd werd het eerst een aantal keer rondgedraaid boven de stapel. Terwijl de familie stond toe té kijken werd het stoffelijkoverschot in de zak van de brancard afgehaald en werd het hout van verschillende kanten aangestoken. Bescheiden vlammen laaiden steeds veller en veller op. Weer kwam die weeige geur vrij van niet stinkende maar ook niet lekker ruikende geur. Bij elk plateau staat er een mannetje die met een lange stok in het hout staat te porren en die, waar nodig, extra hooi en hout opgooid. Het duurt een behoorlijke tijd voordat de crematie eindigt. Terwijl de familieleden langzamerhand vertrekken worden de laatste resten (door "de man met de stok") in de Bagmatierivier geduwd en wordt er plaats gemaakt voor de volgende creamatie. Volgens mij kunnen er hier iets van zes tegelijkertijd plaatsvinden. Terwijl het as, het hout en de eventuele overgebleven botten in de rivier wegdrijven, wassen mannen zich in de rivier, zie je vrouwen kleding wassen en gaat er een jongen het water in met hoge kaplaarzen en een soort van bootje om de grote stukken hout uit de rivier te vissen voor hergebruik. Net zoals bij ons moeten mensen zelf voor de crematie betalen. De hele sfeer die rond de Pashupatinath tempel hangt vind ik heel bijzonder. Heel vredig, heel ontspannen, heel rustig, heel spiritueel. Nog nooit ben ik op een plek geweest waar mensen zo dicht bij de dood leven. Waar dood en leven een zijn. Zoveel aandacht, kleur en respect. Een bizarre, bijzondere dag. Ach ja, wat is 'dood'?


Ziekenhuizen en jungel: spotting Sloth beers in Chitwan!

Deze trip in Nepal wordt als maar gekker en gekker. Ik weet niet wat mij overkomt maar de ene verassing volgt de ander op. Op een woensdag in maart. In de vroege ochtend stonden Maud en ik op de bus te wachten langs de ringroad die ons 6 uur later op onze eindbestemming bracht: Sauraha. Sauraha is een klein dorpje dat globaal bestaat uit twee lange straten. Een ruime keus aan hotels, guest houses en homestays zijn hier gebouwd om bezoekers onder te brengen die op avontuur willen gaan in de jungel van Chitwan National Park. Een van de vele toeristen was ik en jeetje, wat een avontuur weer. Na een fijne avond waarbij de eerste neushoorn en de eerste krokodillen al te voorschijn kwamen zaten Maud en ik de volgende ochtend in 'the Magic' (lokaal busje) richting Sauraha Chowk waar we de bus namen naar Barrakpur. Samen gingen we het cancer house bezoeken. Een ziekenhuis gericht op mensen die te kampen hebben met deze nare ziekte. Maud had contact met Sameer, een jonge Nepalees die daar nu al zo'n 11 jaar vrijwillig werkt op de kinderafdeling. Op een grote zaal lagen 7 kinderen vast aan een infuse. Eerst zoutoplossing daarna zakjebloed. Volgens de artsen hebben al deze kinderen 'bloedkanker'. Ik vraag mij af of echt alle kinderen dit ook daadwerkelijk hebben.... Zo triest om te zien hoe de ouders van de kinderen zich proberen staande te houden en hun kleintjes vergezellen aan hun bed. Met zijn tweeen hebben we een steentje kunnen bijdragen door de kamer nog wat volijker te maken door nog meer muurschilderingen te maken en spelletjes te doen met de kids waarbij er een glimlach op hun gezichten werd getoverd. Priceless. Het doel van ons bezoek was om te kijken of dit een plek zou zijn om vrijwilligers heen te sturen. Wat ik het moelijkste vond om te zien waren de oudere kinderen, in een andere kamer waarbij ik langs liep, die hun chemo kregen. Ik was/ben voor al heel boos dat deze chemo alles stuk maakt en dat er vast wel iets anders bestaat om deze kwade cellen te bestrijden waarbij de goede cellen minder of niet worden aangetast. Ook het gebrek aan kennis is zo niet fair terwijl deze er wel is...Een vermoeiende dag maar wederom bijzonder.
Vlak nadat Maud de volgende ochtend vertrok om weer richting Kathmandu te gaan pakte ik mijn spullen, ging op zoek naar een andere plek om te slapen en ging ik wat bureautjes bij langs om te informeren naar de verschillende jungelwandelingen. Zonder gids kom je Chitwan Nationaal Park niet in. En dat is begrijpelijk als je bedenkt dat het park 932 km2 is en er tijgers en beren rondlopen. Het was de moeite waard om hier tijd in te steken. Uiteindelijk kwam ik bij een mooie homestay terecht. De familie die deze runt is zo gezellig. Oude ama met haar bijna tandloze lach en de kleine zes jarige zoon die goed wist hoe hij de draak met mij moest steken. De avond naderde en de zon zakte steeds verder weg naar de andere kant van de aarde. Op de rivierbanken lagen de alligators en de kaaimannen hun voedsel te verwerken. Pauwen liepen te pronken en herten sprongen dansend in het rond. Eenmaal onderuit gezakt bij de rustgevende rivier onder het genot van een biertje hoorde ik een mannenstem achter mij vragen "do you mind if i join you"? Terwijl de zon langzaam wegzakte en de jungel tegenover ons aan de andere kant van de rivier ontwaakte besloten wij om volgende dag de jungelwalk te gaan doen. De eigenaar van de homestay regelde om 21.00 uur nog een gids voor ons. Op naar hartje moedernatuur.
6.15 aan het ontbijt. Wonder boven wonder kwam de gids ruim op tijd aanzetten. Een vlotte gids met echt heel veel kennis van de jungel en zijn inwoners. Na de tweede gids (er gaan altijd twee gidsen mee voor de veiligheid) opgehaald te hebben, ontmoette we Andres die bij de militaire checkpost op ons stond te wachten. Met een hele bubs mensen stapten we in een lange houten viber kano en werden we een uur lang 'rondgekanoed' door de rivier die om Chitwan National Park rondloopt. Wow, ik heb nog nooit van mijn leven van zo dicht bij alligators en kaaimannen gezien. Uitbuikend op de banken van de rivier twee meter verder op of zwemmend in het water vlak achter je. Eenmaal uitgestapt stapten we dan echt de jungel in. Door de bomen loerend spotte de gids al gauw een grote impossante neushoorn. Jeetje, ik besefte mij nog niet dat we midden in een mega groot gebied vrij rondliepen waar ook tijgers, beren, wilde olifanten en zo veel meer wilde dieren rondliepen. Deze realiteit kwam snel binnen later op de ochtend. Met onze blote voeten door de beek namen we een korte stop. Al zittend prachtige vogels te spotten en ronddollende hertjes te volgen met onze ogen, riep de jonge gids in een keer kei en kei hard; wild elephant, run!!! Voordat we het wisten had hij zijn tas in de hand en rende hij weg. Omdraaiend zagen Andres, de oudere gids en ik een enorme olifant onze kant op komen. Vriendelijk doch dringend werd ons verzocht om onmiddelijk onze tas te pakken en hard weg te rennen. Dat was wel even super excited. Mijn hart zat in mijn keel voor een paar minuten. De jonge gids dacht eerst dat het een gouverment olifant was. Schoenen weer uit en de beek weer overstekend was het volgens de gids weer veilig. We hadden het geluk dat wij hierdoor nog meer neushoorns zagen en een handje vol wilde zwijnen. Echt ongelofelijk hoe scherp de zintuigen zijn van de gidsen. Ze zien en horen echt alles. Bij de rivier zagen we verse tijgervoetsporen. Het idee dat er een wilde tijger rondsluipt is best spannend. Ook spotte de gids mega grote voetsporen van slothberen. Wat een klauwen zeg. Echt reusachtig. Verder op zag je een boomstam waar de beren hebben gekauwterd. Dikke, diepe sporen van klauwen waren in de boomstam gekerft. Rond het middag uur kwamen we aan bij een meer openspace waar we uren hebben gewacht in hoop tijgers of beren te spotten. Of het saai werd? Ja, dat werd het op geef moment. Maar........ al het wachten was uiteindelijk meer dan de moeite waard. Ik schrok gelijk wakker toen luid geritsel door het bamboe steeds luider werd. De gids gebaarde dat we zachtjes zijn kant moesten opkomen. Twee super mooie slothberen waren komen aanlopen en zaten op hun kont te eten. Tegelijker tijd liep er een hele grote volwassenslothbeer de weg over in de verte. Ik kon mijn ogen niet geloven; we stonden gewoon een paar meter af van twee wilde beren. Zou ze wel willen knuffelen zo lekker fluffy. Het was van korte duur. Er kwamen jeeps langs en de mensen van de jeepsafari hadden te veel lawaai waardoor de beren vertrokken. Grrr. Een lange wandeling bracht ons net voor zonsondergang weer terug naar de rivier waar we naar de overkant werden gebracht, de jungel uit. Een enerverende dag met onzettend veel mooi natuurschoon. Om al deze dieren in alle ruimte te mogen aanschouwen zonder dat ze zijn vastgekentend of worden vet gevoerd deed mij goed om te zien. Een spectaculaire dag. De rest van de week in Sauraha was heerlijk rustig. Leuke mensen, echte wildlife, mooie zonsondergangen. Toch was het weer tijd om terug te keren naar mijn INSPIREnepal family in Kathmandu. Tijd om te raften en Holi te vieren!


Holi 2017!

Na een wild raftingavontuur waar we gezellig hebben gekampeerd, was twee dagen later het Holi festival! Holi, een van de grootste festivals gevierd in India en Nepal is het enige festival wat los staat van geloof en rituelen. Deze kleurenregen viert de overwinning van het goede op het kwaade en wordt gevierd door jong en oud."Happy Holi!" klonk het vroeg in de slaapkamer waar Esther, Jennifer en ik nog half lagen te slapen. Maud en Sanju kwamen binnenstormen met piepkleine waterpistooltjes. Lekkere mini douche. Happy manier om wakker te worden en de Holi te beginnen. De dag dat we terug kwamen van de rafting hadden we zakjes kleuren gekocht die we in onze broekzak verstopten. Nog voordat wij het huis uit waren werden de eerste kleuren al op je gezicht gesmeerd en over je heen gegooid. Holi is naast kleur ook een water festival. De eerste emmer water werd al stiekem vanaf het dak gegooid. KOUD! Met zijn alleen in een busje rijdend, haalden we nog meer gezellige mensen op uit Thamel en reden we naar Chobar, een oud Newari dorpje waar Sanju zijn familie woont. De grote massa's mensen en de tig toeristen ruilden wij in voor de locale bevolking. Zo gauw we het busje uitstappen kwamen de eerste kinderen al aanrennen met waterballonen die keihard naar ons werden gegooid. Wat zeg ik; waterbalonnen? Maak er maar emmertjes water van. Ook hier verstopten de oudere vrouwen zich op het dak om stiekem uit het niets emmers water over ons heen te gooien. De o zo prachtige, heldere kleuren vervaagden in een zwarte, groene smurrie. Beetje jammer. Eenmaal bij de tempel van Chobar hadden de kinderen de tijd van hun leven. Het water en de kleuren dansten door de lucht en versierde de grond en de stenen beelden van de tempel vol heldere kleuren. Niet alleen de kinderen hadden de tijd van hun leven. Wij ook. Haha. Renend, struikelent, vallend en opstaand renden we achter elkaar aan en smeerden we elkaar lekker onder. Pats, opeens paars haar of een blauw met geel gezicht. Ik had vooral lol met een van de oudere vrouwen van het dorp die mij er steeds in wilde luisen. Heel sneaky. Zij kende alle hoeken en gaten waar ik toch echt niet tegen op kon. Heerlijk om te zien hoe iedereen weer speels wordt en het kind inzichzelf los laat voor een dag. Dansend op meerdere Newari bandjes (alles door elkaar en niemand die ook maar een gevoel van ritme heeft) gingen we helemaal uit ons dak. En het aller belangrijkste; het eten. Oooo, zó lekker. Zittend met zijn allen in een rij op de grond genoten we van de kookkunsten van de prachtig gekleede vrouwen in Sari's en Kurtas. De rijstwijn en Roxy gingen in het rond (Nepalese wijn en whisky). Het was de meest letterlijk kleurrijke dag ooit. 'S avonds weer de berg afrijdend trakteerde de heldere hemel op een prachtig verlichte kijk op Kathmandu vally. Weer een dag om nooit te vergeten. Happy Holi!


Gorkha Palace offering: geiten zonder hoofd in plasticzakken

Onthoofde geiten in plasticzakken. Kippen slaan hun laatste uur.Samen met Nancy (nieuwe vrijwilliger) in de locale bus. Na een rit van ruim zes uur in een ongemakkelijke, crappy, crowded bus, wat uiteraard twee uur langer was dan gepland, sloeg de bus de 'highway' af en reden we de groene levendige heuvels vol met rijstterassen op. Heerlijk weer richting schone berglucht. We waren op weg naar Gorkha. Een klein belangrijk Newari plaatsje ooit geregeerd door king Prithvi Narayan Shah in het jaar 1700 . Deze beste koning heeft gezorgd voor de fundering van de provincies van het huidige Nepal, de dag van vandaag. Veel toeristen skippen deze plaats. Jammer, is volgens ons de moeite waard om een dagje te spenderen. Eenmaal aangekomen duurde het een tijd voordat we een plek hadden gevonden om te slapen. We zijn nou niet bepaald picky maar zoveel was zo doddgy en vies. Uiteindelijk hebben we een prima plek gevonden waar we ons 's avonds rot schrokken. Noodweer! Maar dan ook echt noodweer. De bliksem lichtte de vally onder ons prachtig op. En de hagel? De hagel was echt insane. Nog nooit van onze levens hadden we zulke stenen gezien. Levensgevaarlijk om deze klompen op je hoofd te krijgen. De hagel dreunde op onze golfplaten dak en de muren trilden er over. We moesten letterlijk schreeuwen om elkaar te verstaan. Het kwam gewoon door het badkamer raam heen. Oordoppen waren meer dan welkom in onze met zaklamp verlichte kamer. De zon scheen vol op de volgende dag. Naast een bezoek aan het Gorkha museum hebben we in de brandende zon een ruim 600 meter aardig stijle stenen trap omhoog beklommen. Langs huizen met stenen en golfplatendaken, groettende kinderen, gebitsloze lachende vrouwtjes, klommen we hoger en hoger. Geen idee dat Durbar Square/Gorkha Palace zo hoog gelegen was. Het mooie was, was dat het een zaterdag was. Weekend voor de Nepalezen. Het prachtige eeuwenoude Hindu paleis van de Shahs was vol gekleurd met de locale bevolking die hun rituelen aan het uitvoeren waren waaronder de offering (slachting) van hun geiten en kippen. Verse, natte bloedsporen druppelden de trap af. Wat een geur. Niet bepaald fijn. Een hele stank. De brandende wierook kon dit niet verbloemen. Recht onder mij zag ik een onthoofde geit in een plasticzak liggen. Een rij van mensen die allemaal hun onrustige kip of geit in de armen hadden wachtte rustig tot zij hun dier konden offeren. Oo, ik vond dit zo erg om te zien. Die mooie beestjes waren er onrustig van en wisten dat hun laatste uur was geslagen. De dode geiten werden in een pan kokend heet water gegooid om ze vervolgens kaal te plukken. Ik eet bijna geen vlees. Na dit zou je spontaan helmaal vegetarisch worden. Hoe dieren in Nederland worden geslagt is helemaal verschrikkelijk... maar dat is weer een ander verhaal. Ik had zo ontzettend met die dieren te doen. Nog nooit hadden we een offering van zo dicht bij meegemaakt. En die geur. Om misselijk van de worden. 'S avonds wederom harde regenbuien met onweer. Het weer in Nepal slaat de laatste twee weken als een malle om. Misschien verandering van seizoen? Gorkha was mooi geweest. Na een tweede nacht slecht slapen zaten we de volgende ochtend in de Microbus richting Pokhara. Mijn oorspronkelijke plan om te hiken in Bandipur ging vanwege het heftige weer niet door. Eenmaal terug in Pokhara bleef het weer bar en boos. De hagel, onweer en regen bleven aanhouden. Op de enige zonnige dag hebben Nancy en ik een flinke wandeling gemaakt naar de world peach pegoda en Dewie falls. Het noodweer gaf als goedmakertje een schitterende, heldere himalaya ranche die wij bewonderden terwijl wij op Fewa Lake in een bootje ronddobberden. Na een paar dagen over de hamburgers gestruikeld te zijn en de westerse toeristen, liet ik Nancy achter in Pokhara city en pakte ik de local bus naar Begnas Lakes 12 km verder op. Het is hier onbeschrijvelijk mooi, rustig, schoon. Op dit moment zit ik op het dakterras van 'mijn guesthouse' met een uitzicht waar je u tegen zegt. Overal groene heuvels om je heen vol met rijstevelden, lake Rupa aan de rechter zijde en een verlichte Himalayaranch aan de linkerzijde. Zelden heb ik de bergen Annapurna en de fishtail zo helder gezien overdag. 'S avonds worden ze verlicht door enorme bliksemschichten. Een waar spektakel maakt moedernatuur er van. Nog maar een nachtje er aan vastplakken.


Poon hill

Na een paar dagen rust in het klooster in Pokhara te hebben gehad en het tibetaanse settlement te hebben bezocht, nam ik de bus terug naar het centrum van Pokhara waar ik naar het hotel liep om Sanju 's avonds te ontmoetten. De volgende ochtend stonden we vroeg op om te vertrekken voor de trekking naar Poon hill! Poon hill is een trekking van vier dagen trekken door het Annapurna gebergte waarbij je overnacht in teahouses die gelegen zijn in de dorpjes die je onderweg passeert. Na ruim 1 1/2 uur te hebben gereden kwamen we aan bij het startpunt. Na onze vergunningen te hebben laten zien en ons geregistreerd te hebben (het in en uit checken wordt bijgehouden zodat ze kunnen zien of iedereen wel is teruggekeerd) kon de wandeling beginnen. Ik had er zin in en voelde mij energiek maar vond het tegelijkertijd ook spannend omdat ik nooit vier dagen achter elkaar in de bergen heb geklauwterd. De eerste dag was prima te doen. De wandeldag eindigde met de trap van de 3000 treden. Met het lopen in eigen tempo, afleiding door praten en het observeren van de mooie natuur kwamen we eind van de middag aan in het eerste dorpje. Wat een ander leven! Paarden die als vervoersmiddel worden gebruikt omdat er geen weg meer is voor automobielen, oude vrouwen die in hun sari hele grote zware manden met eten naar boven tillen, mannen die platen op hun rug de berg op en af lopen om materialen te voorzien voor het bouwen of restaureren van een guesthouse of homestay. Dorre rijstvelden, heuvels, insecten, hier en daar nog wat kleurige bloemen die aan het uitdrogen waren vanwege de hitte en het watergebrek. Ik verbaas mij altijd weer hoe snel je eigenlijk omhoog klimt. En ja hoor, daar kwamen de eerste beelden van de himalaya inzicht; Annapurna zuid. Zo glas en glas helder en zo dichtbij. Het voelde heel onwerkelijk dat ik echt in de Himalaya aan het wandelen was. Mijn kamer gaf een prachtig uitzicht en de Dal Bhat smaakte naar meer.
Op naar Ghorepani. De volgende ochtend werd ik wakker zonder spierpijn. Dat had ik echt niet verwacht. Vooral niet na die 3000 treden. Waar het s avonds zo koud was en we blij waren dat er een haard brandde, zo koud was het 's ochtends ook. Lastig om je daar op te kleden aangezien het 's middags in de zon erg warm was. De tweede dag bracht ons door de jungel. Een korte wandeltocht van 4 1/2 uur bracht ons bij het volgende theehuis. Nu had ik helemaal een briljant uitzicht. Het leek wel of ik de Annapurna kon aanraken. De heldere sneeuw, diepe groeven, ijstoppen, de zonsondergang die de zijkanten oranje deed oplichten.... sprookje. 'S avonds was het wederom zo koud. De luxe van een warme douche was aanwezig. Wat kan je dat dan extra waarderen. Sanju had ondertussen hout bijelkaar gesprokkeld en de haard aangestoken. Heerlijk, die lucht van het verse hout en de warmte van de vlammen. De waslijnen hingen vol met natte kleding door de motregen. Gezelligheid en warmte van het vuur bracht ons in contact met Tim, Emily en Scott. Ontzettende leuke mensen uit de states met wie we de rest van de dagen zijn opgetrokken. Ook na de dag van vandaag geen spatje spierpijn. Hoe is het mogelijk! Voordat ik het wist was de dag alweer om. Ik denk dat ik al om 20.00 uur in bed lag. Een goede nachtrust voor een lange dag morgen.
Dag 3. Voor 5.00 uur in de vroege, donkere, koude ochtend stond ik klaar en te wachten op Sanju. Dik ingepakt met mijn muts op en handschoenen aan liep ik vast naar buiten. Een heldere sterrenhemel deed sprookjesachtig aan. Op naar het basecamp! De donkere weg bestond vooral uit heel erg veel trappen. Verassing! Kleine sneeuwvlokjes begonnen uit de lucht te vallen vlak voordat we bij het basecamp aankwamen. Jaaaa sneeuw!! De kou viel mee totdat we in een uurtje klimmen het basecamp bereikten op een kleine 3000 meter hoogte. Een sprongetje in de lucht. Joehoeee, we zijn er! Woooowwwww, een wind!! KOUD! De sneeuwval werd heviger en het regende af en toe een beetje. Gelukkig stond er een uitkijktoren waar we ons tegen de wind konden verschuilen. Brrrrr. De lichtpuntjes vervaagden meer en meer namate de dageraad aanbrak. Iedereen hoopt natuurlijk op een mooi uitzicht maar tot nu toe was daar niks van te zien. Ondanks alle kou, sneeuw, ijskoude wind, twee koppen warme chocomelk zag het erg somber uit. Niks geen straalblauwe, heldere, onbewolkte lucht. Je staat midden in de bergketen, twee dagen gewandeld, 's ochtends vroeg uit bed gegaan en er is echt letterlijk niks te zien. Dat was even balen op het moment. Maarja, het zijn de bergen, zo onvoorspelbaar als maar kan. Gelukkig hebben we de foto's in de boekjes nog ;-). En raadt eens wie we tegen kwamen?Ja, klopt helemaal, Tim, Emily en Scott. Eenmaal weer terug in het guesthouse was het tijd voor ontbijt. De sneeuwvlokken bleven lichtjes aanhouden en zo begonnen de blaren ook langzaam op te zetten. Deze derde dag zeker zeven uur gewandeld. Oi, laat mij maar omhoog lopen. Naar beneden is echt funest voor de knieën. En ja hoor, daar kwamen we Tim en Emily weer tegen. Scott moest het wat rustiger aan doen en bleef achter. Daar kwam de regen. Donkere wolken slopen door de lucht en de sneeuwvlokken werden erger en erger. Kletsnat kwamen we aan in Tatopani waar we maar zijn gebleven. Een packed gueshouse waar de kleren overal lagen te drogen en mensen gezellig om het vuur heen zaten te kletsen deed mij moe doen worden. De sneeuw werd erger en erger. Het was zowaar een kleine sneeuwstorm. Je zag de sneeuw als een malle groeien op de grond, laag voor laag. We vroegen ons allemaal af of we de volgende ochtend wel weg zouden kunnen als het zo zou doorgaan. Mijn natte schoenen bleven nat en de sneeuw bleef vallen. Donker. Heel erg donker. Een lekkere, actieve dag. Dit voelde als een echte trekdag.
Voorzichtig gingen mijn ogen open. Op de deur naast mij werd er om 6.00 uur op de deur gebonkt. "Wake up wake up you should see this" hoorde ik een gids roepen. Ik tilde mijn gordijntje opzij en in een split seccond schoot ik uit bed, mijn vest in, op blote voeten (geen tijd om mijn schoenen aan te doen) opende de deur als een malle en schoot de galerij op. Owjeetje, ik voelde de tranen achter mijn oogbollen prikken. Een jonge vrouw die naast mij stond had al tranen bungelen over haar wangen. Wat een SPROOKJE! Al het slechte weer, de koud en het geen uitzicht hebben verdwenen gelijk naar de achtergrond. Een dikke laag, kersverse, knisperende, oogverblindende witte sneeuw deed alles doen glinsteren. De grond, de bomen, takken, bergen, het guesthouse, buitenstaande schoenen, ondergesneeuwde beestjes, vele ijspegels. En dan de pure, oranje gloed van de opkomende zon die zo helder was dat alles nog meer een magisch tintje kreeg. Niemand kon er genoeg van krijgen. Deze laatste dag naar beneden was zo bizar. Ik had nog nooit zo iets meegemaakt: alle vier de seizoenen op één dag. Het begon met een zonovergoten dag vol pure, kersverse sneeuw, vervolgens hebben we toch nog moeten schuilen in een shelter vanwege een kleine, koude, blizzard. Ooit bevroren watervalletjes gezien? Een grote ijspegel. Echt bizar. De herfst deed zijn trede daarna in, een stuk beneden. Sneeuw was verdwenen, jas kon uit en de bladeren kleurden bruin en oranje aan de bomen en op de grond. Langzaam sloegen we een halfjaar over naar de lente. Bloemetjes begonnen te groeien en vogeltjes lieten hun mooie gezang horen. De laatste paar uur sloten we af met zomer. Zo warm dat Emily en ik echt de neiging hadden om in bikini te lopen. Eenmaal beneden waren de zolen van mijn voeten heel erg blij. Ik kon door de blaren niet meer lopen. Zoveel sneeuw en regen konden mijn schoentjes blijkbaar niet aan. Het was een magische kennismaking in de wereld van het trekken. Ik ben al klaar voor de volgende trekking: twee weken Annapurna circuit. Of het deze trip nog gaat worden weet ik niet en dat maakt niet uit. Wel weet ik dat deze dag nog gaat komen. Eenmaal weer in Pokhara lakeside heb ik mijn weg vervolgd op blote voeten, terug naar het hotel. Heerlijk om die bergschoenen uit te schoppen. Dere Dhanyabat dat je als gids mee wilde Sanju! Cheers!

  • 10 April 2017 - 10:36

    Frouja:

    Wat een verhaal....ik heb het ademloos gelezen.
    Gelukkig had je me het verhaal van de drugs al verteld, anders was ik me rot geschrokken.
    Ben er stil van.......XX

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Patricia

Actief sinds 27 Feb. 2013
Verslag gelezen: 681
Totaal aantal bezoekers 35774

Voorgaande reizen:

23 December 2012 - 06 Mei 2019

Imhereyousee

02 Augustus 2013 - 16 Augustus 2013

Onherbergzaam .. de andere kant van het land

Landen bezocht: